De groep wandelaars. Zef Hemel, in het blauw, met rugzak en bril, maakt een foto.

Foto: Marcel Van Kammen

FERWERT Lopen, lopen en lopen. Dat was de profetie van planoloog Zef Hemel zaterdag bij een wandeling in het noordoosten van Friesland. „Wij zijn de eerste generatie die het niet meer doet.”

‘Het systeem dat we overeind houden, nadert zijn einde’

Zander Lamme

Hemel liep met een twintigtal geïnteresseerden langs onder meer Ferwert, Blije en Hegebeintum. Een Waddenwandeltocht als laatste onderdeel van de Landschapstriënnale die dit jaar over de Waddenkust gaat.

Op verschillende plekken stonden bewoners of kenners van het gebied stil bij het landschap en de geschiedenis daarvan. In Ferwert gaf inwoner Pyt Nauta bijvoorbeeld een rondleiding. Een minivariant, want hij had weinig tijd. „Ik moet vanmiddag zingen op een praam in Leeuwarden.”

Nauta kon in elk geval nog net voldoende anekdotes vertellen om de lachers op zijn hand te krijgen. Zeker met een verhaal over waarom het geweer van een oorlogsmonument vlak bij de kerk ooit afbrak. „Heel vroeger was die loop veel langer. Totdat iemand in het beeld klom en met geweer en al naar beneden kwam.”

De Landschapstriënnale richt zich op het verleden, heden en toekomst van het landschap. Dat verleden is ook voor de toekomst essentieel, vindt planoloog Zef Hemel, die zich sinds vorig jaar als hoogleraar aan de Rijksuniversiteit Groningen en TU Delft bezighoudt met de toekomst van het platteland. „Als je het verleden niet kent, kan je ook niks over de toekomst zeggen.”

Wat over de toekomst volgens hem vaststaat, is dat er sprake zal zijn van een zeespiegelstijging die veel sneller zal gaan dan iedereen denkt. „Het systeem dat we overeind houden, nadert zijn einde.” De dijken, het bestrijden van verzilting: „De natuur is genadeloos’’.

Verontrustend nieuws, noemt hij het zelf. „Maar ik probeer juist het Noorden als voorloper te zien die als eerste doorheeft wat je zou moeten doen.” Wat dat is? Verwacht van Hemel geen oplossingen. Dat doen de techneuten, „de tovenaars”. Zelf is hij een gedragswetenschapper. „Die denken: we moeten ons gedrag veranderen. Dat zijn de profeten. En ik ben een profeet.”

Een met een duidelijke profetie. „Dit lopen van mij is de grond. Dat wordt de basis.” Tijdens zijn eerste speech als hoogleraar in Groningen zei hij afgelopen maart al dat lopen vertraagt. Dat de traagheid ervan rust geeft en agenda’s ervan minder vol worden. „En lopen is buitengewoon duurzaam, de voetafdruk is gering.”

Bovendien, zegt Hemel voorafgaand aan de wandeltocht tegen alle deelnemers, gebeurt er tijdens lopen soms iets magisch. „Als je drie, vier uur met iemand die je niet kent door het landschap loopt, heb je aan het einde van de vier uur een levensgeschiedenis. Een Duitse socioloog noemt dat resoneren. Dan ga je resoneren met elkaar en krijg je contact met het landschap.”

Zo lang is het nog niet het geval dat mensen niet meer lopen, zegt hij. „Wij zijn de eerste generatie die het niet meer doet. Die zo gehaast leeft.” Zelf was Hemel ook helemaal geen wandelaar. „Ik ben in de pandemie gaan lopen in Amsterdam. Ik woonde hartje Pijp. Je bent gek als je daar gaat lopen, maar toen moesten we lopen. Dat was bevrijdend.’’