De Waddenzeehavens spelen steeds meer in op verduurzaming, vergroening en het verwelkomen van toeristen. Maar burgemeester Ina Sjerps van Harlingen trapt op de rem.
‘Op broedponton zijn vorig jaar 107 jongen groot geworden’ – Goos Bies
,,Wij zijn niet alleen een parkeerplaats voor bezoekers van de eilanden”, zo mengde Sjerps zich aan het eind van een Waddensymposium in De IJsberg in Dokkum in een paneldiscussie over havenontwikkeling, natuurverbetering en toerisme en recreatie.
,,Fijn dat de toeristen de havens ontdekken. Op de eilanden verdienen ze een goede boterham aan toeristen, maar kustgemeenten zijn lage-loneneconomieën. Wij hebben ook boeren, vissers en de scheepvaartindustrie. Toerisme biedt onvoldoende voor een leefbare toekomst aan de wal.”
Sjerps oogstte opvallend veel bijval in de zaal met zo’n 250 andere toehoorders met een belang in de Waddenregio. ,,Uit mijn hart gegrepen”, reageerde Gronings gedeputeerde en panellid Johan Hamster. ,,De Eemshaven is een krachtige motor van onze economie. Betere verbindingen gaan er niet alleen over om zo snel mogelijk naar de boot te kunnen.”
Maar er was zeker ook verbazing. ,,Ik ben verrast”, reageerde panellid Martin Cnossen, directeur van Visit Wadden. ,,Alsof er een keus is tussen economie en toerisme en recreatie. Het gaat er juist om heel zorgvuldig te kijken naar welke ontwikkelingen mogelijk zijn.” Cnossen pleitte ervoor toerisme serieus te nemen als economie langs de Waddenkust. Er liggen onbenutte kansen met de kleinschaligheid. ,,Daar kan best een stapje bij.”
De discussie was een typisch voorbeeld van de geregeld conflicterende belangen in het Waddengebied, liefkozend ‘ons erfgoed van de Razende Bol tot de Dollard’ genoemd. Investeren in het Waddengebied gaat voortdurend over balans. Balans tussen economie en ecologie. En tussen natuur en leefbaarheid.
Het symposium van het Investeringskader Waddengebied (waarmee de Waddenprovincies Fryslân, Groningen en Noord-Holland grote investeringen meefinancieren) was vooral ook bedoeld om de aandacht te vestigen op de laatste 130 miljoen euro subsidie die er tot eind 2026 nog in het Waddenfonds zit.
Volgens Harm Post, oud-directeur van Groningen Seaports en sprekend namens de vijf Waddenzeehavens, zouden economie en ecologie geen tegenstelling moeten zijn, maar zouden ze hand in hand moeten gaan. ,,Toerisme is gewoon economie. En er is meer natuur in de haven dan je denkt. Ook heel bijzondere natuur.”
Als ,,een simpel voorbeeld” van het verbeteren van de stand van soorten, noemde Post het maken van ‘broedpontons’. Zo liggen er sinds kort ‘broedeilanden’ bij Groningen Sea Ports en langs de kust bij Den Helder. ,,En sinds twee jaar hebben we al een Amsterdamse dekschuit als broedponton in Lauwersoog. Een ponton beweegt mee met eb en vloed, dat kan nooit overstromen. Hier zijn vorig jaar 107 jongen groot geworden.”
Een andere poging om de haven van Lauwersoog aantrekkelijker te maken is ‘donkerte’. Lauwersoog gaat als voorbeeldproject dienen voor de rest van de Waddenkust om die concreet nog donkerder te maken, zoals onlangs is afgesproken op de trilaterale regeringsconferentie in Wilhelmshaven.
Verder denken de havens mee over de inzet van ‘slimme windmolens’. ,,Windmolens die we in bepaalde jaargetijden kunnen stilzetten, om te voorkomen dat het hakmolens worden op de trekroute voor vogels en vleermuizen.” Deze windmolens zijn met duisternis en baggeren de grote onderwerpen voor de havens, vatte Post samen.
Langzaam moet er steeds meer gebaggerd worden in het Waddengebied, vertelde Post. ,,De bereikbaarheid staat onder druk. Als je niet baggert, wordt de haven van Harlingen 10 cm per jaar ondieper. Na een paar jaar niet baggeren ben je substantieel minder toegankelijk en ben je je bestaansrecht als haven kwijt.” Wat is het belangrijkste in de Waddenzee?, vroeg Post zich tot slot retorisch af. ,,Natuur? Ook als dat inhoudt dat er dan geen ferries meer gaan naar de eilanden? Want we kunnen niet meer naar Ameland als je daar stopt met baggeren.”
Bron LC 10-2-2023